Op 11 februari 2016 maakten wetenschappers de ontdekking bekend van zwaartekrachtgolven. Honderd jaar geleden al voorspeld door Albert Einstein, maar nu pas voor het eerst echt gemeten. Minieme rimpelingen in de ruimtetijd, veroorzaakt door de meest extreme verschijnselen in de kosmos: supernova-explosies, botsende zwarte gaten en de oerknal zelf. Zonder twijfel een van de grootste wetenschappelijke doorbraken van de eenentwintigste eeuw en het sluitstuk in de bevestiging van Einsteins relativiteitstheorie. Maar wat zijn zwaartekrachtgolven precies? Hoe kan de lege ruimte trillen? En hoe is het mogelijk om die onvoorstelbaar kleine rimpelingen te meten? Met wat voor precisie-apparatuur is de ontdekking gedaan? Wat zijn de verwachtingen voor de toekomst? En wat hebben we aan zwaartekrachtgolven?
Sterrenkundejournalist Govert Schilling geeft op al die vragen op onnavolgbare wijze antwoord. Net als in zijn eerdere abc-boekjes (over het Higgs-deeltje, kosmische inslagen en de oerknal) voert hij zijn lezers aan de hand van heldere voorbeelden en vergelijkingen mee door de wonderlijke wereld van kosmische catastrofes, laser-interferometrie en Albert Einsteins relativiteitstheorie.