Elena heeft parkinson, haar dagindeling en schaarse activiteiten hangen daardoor volledig af van de stipte momenten dat ze haar medicijnen inneemt – haar ledematen werken dan een paar uur beter mee en uit lange ervaring weet ze precies hoeveel tijd ze heeft en wat haar actieradius is.
Isabel woont aan de andere kant van de stad en hoewel de reis door de stad een schier onmogelijke opgave is voor Elena, móet ze Isabel opzoeken, want zij is degene die kan aantonen dat Elena’s dochter Rita geen zelfmoord heeft gepleegd. Met een strop om haar nek hing ze aan de kerkklok. Rita, die haar verzorgde, die ook bij Elena bleef wonen toen ze haar eerste vriend kreeg.
Behendig weet Piñeiro in Elena weet verhaallijnen van heden en verleden door elkaar. Ze schetst een schitterend, pijnlijk portret van de relatie tussen moeder en dochter, laverend tussen afhankelijkheid, haat en liefde, en weet feilloos in woorden te vatten wat het betekent gevangen te zitten in een lichaam dat amper doet wat je het opdraagt.
Eerder verschenen als Het kwaad van Elena