Nu de positie van leerling-troubadour Thomas aan het voorheen zo veilige hof van gravin Marie in Troyes onhoudbaar is geworden, komt zijn streven naar meesterschap - zowel in zijn eigen kunst als in de hoge kunst der Minne - op scherp te staan. Het oordeel van de oude Eleonora van Aquitanië, die nog altijd faam geniet als Minnevorstin, wordt nu een zaak van leven of dood. Wanneer Thomas' ster later reizende is, beticht een ketterjager hem van majesteitsschennis, blasfemie en overspel; opnieuw moet de jongeman de wijk nemen. Intussen wordt hertogin Eleonora, die een grote genegenheid voor hem heeft opgevat, vermorzeld tussen 'het rijk van de noodzaak' en 'het rijk van de vrijheid'.
Velen vinden dit vonnis te licht, onthult de oude hertogin in haar onorthodoxe en ietwat scandaleuze geheime kronieken. Alleen ik weet hoe vreselijk de 'lichte' ballingschap voor Thomas zelf is, ik ervaar het aan den lijve: in feite heb ik hem en mij een eendere straf opgelegd, door een wig te slaan die ons uit elkaar drijft.
In Eleonora en de liefde bewijst Pim Wiersinga opnieuw zijn talent om de geschiedenis tot leven te brengen in kleurrijke personages en fantasierijke taferelen - niet voor niets is hij in het verleden vergeleken met auteurs als Couperus en Vestdijk. In episodes van epische allure schetst hij de geboorte van de romantische liefde zoals wij die nog altijd kennen, al was het maar in de herinnering: groots en teder, loyaal en overspelig.
Pim Wiersinga debuteerde in 1992 met Honingvogels en bouwt sindsdien aan een uniek oeuvre. Over het historische karakter van zijn werk zegt hij: 'Fictie is de herinnering aan wat nooit is gebeurd. De feiten mogen kloppen, maar de fantasie moet kloppen.' De pers over Wiersinga's Het paviljoen van de vergeten concubines, dat in 2014 bij In de Knipscheer verscheen:
«Wiersinga weet niet alleen het China van die dagen tot leven te wekken, hij beheerst de merites van de correspondentie tot in alle finesses.» (Literatuurplein), «De schrijver is soeverein in zijn stijl.» (NBD| Biblion), «Mooi vind ik het subtiele machtsspel en het steeds verschuivende perspectief.» (Radio Rijnmond).