Maria komt terecht in de prostitutie: zonder schaamte, omdat ze haar geest leert zich niet te beklagen over wat haar lichaam doet en omdat ze zichzelf niet toestaat verliefd te worden. Ook de prostitutie is uiteindelijk een vak als ieder ander, met regels, werktijden en vrije dagen. Maar seks blijft voor haar, net als de liefde, iets raadselachtigs. Dat verandert wanneer ze een jonge schilder ontmoet die haar in verwarring brengt, want ook al is hij net zo verloren als zij, hij weet de taal van het hart te spreken.
Om de sacrale kant van de seksualiteit te kunnen ontdekken, zal Maria zich eerst met zichzelf moeten verzoenen. Paulo Coelho beschrijft stap voor stap de initiatie van een jonge prostituee, een weg die bewijst dat seksuele vrijheid zo haar grenzen kent. Ware seksuele vrijheid kan slechts bereikt worden door een romantische terugkeer naar de waarden van hart en ziel.