Sander hoorde hun paarden hijgen. Hij haakte zijn
linkerarm in de teugels en wikkelde zijn voeten in de riemen
van zijn stijgbeugels om zo stevig mogelijk in het zadel te
zitten. Met zijn vrije hand trok hij het zwaard dat zijn oom
voor hem had gesmeed uit de schede op zijn rug. Hij hoorde
het koude staal zingen toen het langs zijn oor schoof – een
vertrouwd geluid dat hem moed gaf. De letters BVL – de
initialen van zijn oom – schitterden even in het maanlicht.
In de hoek van zijn oog zag hij dat een huurling hem aan de
rechterkant inhaalde. Deze droeg een helm die een groot deel
van zijn gezicht bedekte en had een zware strijdbijl. Sander
bukte in het zadel om het dodelijke staal te ontwijken.
Wanneer het magische Juweel van Silnaris op brutale wijze
wordt gestolen uit de Elfenstad, roepen de Elfen opnieuw de
hulp in van Sander en zijn vrienden om de dief op te sporen.
Al snel blijkt dat de diefstal van de amulet in verband staat
met de nietsontziende huurlingenbendes die in het Noorden
van Cyndrie kinderen uit de dorpen roven. Sander vindt dat
het zijn taak is als kroonprins om orde op zaken te stellen.
Maar niets kan hem voorbereiden op de verschrikkelijke waarheid
achter de kinderroven en de diefstal van de mythische Elfenamulet...
Het eerste deel van Elfenblauw verscheen in 2006 en was al meteen aan een herdruk
toe. Het boek kreeg al snel een schare verwoede fans bij zowel jong als oud en ging in
2008 aan de haal met de prijs van de Vlaamse Kinder- en Jeugdjury. De vallei van de
Goden dompelt de lezer opnieuw onder in een fantastische wereld van elfen, draken,
eenhoorns en wervelende zwaardgevechten.