‘Duitsland is dood... voor ons is het dood. Het is een droom geweest. Ziet u het dan eindelijk, alstublieft!,’ bezweert Joseph Roth in een brief aan zijn vriend Stefan Zweig in 1933. De Joodse schrijvers, beiden opgegroeid in de Donaumonarchie, behoren tot de grootste vertellers van de Duitse literatuur. Hun ontroerende briefwisseling laat hen zien in tijden van nood, als de machtsovername door de nazi’s een schaduw werpt over hun vriendschap. Waar Roth zich compromisloos opstelt en meteen in 1933 naar Parijs emigreert probeert Zweig nog geruime tijd een modus vivendi te vinden. Ondanks de groeiende vervreemding probeert hij Roth financieel te ondersteunen en van zijn destructieve alcoholisme af te helpen.