Elvis de Draak komt terecht in Walkandol, een bergdorpje. Een raar dorpje is dat. Een begrafenis blijkt er iets van lang geleden en het oude kerkhof heeft een slechte reputatie. Soms hoort men er rare geluiden en gelach. Voor Elvis het weet, moet hij op de vlucht. Met een tentje het woud in, in het gezelschap van zeven vreemde figuren en achtervolgd door de Gruisaards.