Emiel mag voor het eerst alleen naar zijn oma in Berlijn. Zijn moeder geeft hem 140 Mark mee. In de trein valt Emiel in slaap; als hij wakker wordt, is zijn geld gestolen. Dat kan alleen die vreemde meneer met de stijve hoed gedaan hebben die ook in de trein zat en hem chocola gaf. In Berlijn gaat Emiel meteen achter de dief aan, daarbij geholpen door Gustaaf met de toeter en zijn vele vriendjes, die zich 'de detectives' noemen.