Als motto voor de Boekenweek van 2018, die in het teken staat van de natuur, koos de CPNB een dichtregel van Leo Vroman: ‘En toch is alles wat we doen natuur’. Toevallig is die keuze allerminst: de dichter-tekenaar-bioloog was gefascineerd door het leven in en rondom ons, dat hij beide tot in de kleinste, onopvallendste details observeerde en onderdeel maakte van zijn omvangrijke oeuvre. Tientallen bundels speelse poëzie schreef hij, een onuitputtelijke stroom gedichten van 1946 tot 2014, het jaar van zijn overlijden. Mirjam van Hengel (auteur van het succesvolle Hoe mooi alles, over Leo en Tineke Vroman) maakte een nieuwe, ruime selectie uit de mooiste gedichten die Vroman schreef over de natuur – de menselijke natuur, die van bomen, gras en planten, van orkanen en organen en van alle mogelijke dieren.