'Het gerammel van de machines klinkt mij in de oren als de muziek van een revolutie', schreef Willem Frederik Hermans in zijn verzameling prozastukken Het sadistische universum. Mechaniek en machinerie fascineerden de schrijver mateloos. Ook in zijn eerste publicatie 'En toch was de machine goed' (1940) staat de techniek centraal. De Streier, uitvinder, als jongetje al bezig met flessen chemicaliën, koperdraden en andere laboratoriumingrediënten, probeert in een fabriek goud uit erts te winnen. Wanneer dat project mislukt, rest hem slechts het uitzicht op een metaalfabriek in de duinen.
Willem Frederik Hermans (1921-1995), fysisch geograaf, schrijver, dichter en essayist, is de auteur van een groot en talloze malen bekroond oeuvre, dat geldt als een van de belangrijkste uit de Nederlandstalige literatuur. Sinds 2005 verschijnen bij De Bezige Bij zijn Volledige Werken in samenwerking met het Willem Frederik Hermans instituut en het Huygens Instituut. In 2013 verscheen het eerste deel van de biografie van de schrijver, De mislukkingskunstenaar.