Zomer 2001. In een achterbuurt in Caïro worden de zwaar verminkte lichamen gevonden van een aantal jonge jongens. De beschuldigende vinger wijst al gauw richting de christelijke gemeenschap. Inspecteur Makana, die zijn geboorteland Soedan tien jaar geleden verliet, ziet een godsdienstconflict oplaaien en heeft het sterke voorgevoel dat de geschiedenis zich zal herhalen.
De zoektocht van Makana naar de waarheid leidt hem via de labyrinten van Caïro, het oude Luxor en een verlaten klooster in de woestijn naar een web vol intriges en geweld.