Geen andere Nederlandse schrijver heeft met zoveel passie en affectie over Engeland geschreven als de Dordtse dichter, dagboekschrijver en vertaler C. Buddingh' (1918-1985). Tot in het jaar van zijn overlijden bezocht hij met grote regelmaat - samen met zijn vrouw Stientje en aanvankelijk ook met beide zoons Sacha en Wiebe - verschillende delen van Engeland, Wales en Schotland. Het land en haar bewoners inspireerde hem tot het schrijven van poëzie, essays en vanzelfsprekend ook dagboeknotities. Ooit vatte hij het plan op om een boek te schrijven over zijn liefde voor het land van de pubs, cricket, whisky en tweedehandsboekwinkels. Maar verder dan het eerste hoofdstuk van 'Albion, mon amour' is hij niet gekomen, omdat andere activiteiten weer voorrang moesten krijgen. Voor 'Het Engeland van C. Buddingh'' maakte Buddingh'-biograaf Wim Huijser een selectie uit de vele teksten over het Engeland dat Buddingh' in de jaren '70 en '80 bezocht.