Johannes Souburg zit in de gevangenis. Hoewel zijn vrouw Engele bang is dat hij haar iets kan aandoen, weet ze dat ze voorlopig geen last van hem heeft. Engele gaat naar Utrecht, waar ze wordt geplaatst in een opvang voor daklozen en een baan krijgt in het lokale ziekenhuis. Samen met heilsoldaat Lammert en zuster Maria probeert ze haar dochter te vinden. Maar dan wordt haar grootste angst werkelijkheid: Johannes is ontsnapt en komt achter haar aan. Engele is dichter bij haar dochter dan ze denkt, maar Johannes zit haar op de hielen.
‘Engele’ van Johanne A. van Archem is een meeslepende en herkenbare historische streekroman die laat zien hoe ver de liefde van een moeder voor haar kind kan gaan.