*
Wat een meikever aan een koordje vertelt
*
Kwajongensstreken en verkleedpartijen
Enze is dialect voor eend en een kont is een kont. Dat Enzekont loopt als een eend, is wat overdreven. Maar hij wiegt w?l met zijn billen en trippelt voort met hele kleine pasjes. Alsof er onder zijn schoenen hoge hakken zitten en hij een nauw kokerrokje draagt.
Eind jaren '50. Iedereen kent Marcel als Enzekont. Op een dag bezoekt een deftige slanke man, mijnheer Pierre, de herberg van Enzekonts ouders. Enzekont, gefascineerd door de verfijnde manieren van Pierre, gaat bij hem logeren in het huis van de baron. De vriendschap tussen de volwassen man en de tienjarige jongen steunt op hun anders zijn, knap vervat in het beeld van een meikever aan een koordje. Enzekont proeft de zoete en de bittere, scherpe kanten van de wereld van de volwassenen en keert geschokt terug van een verblijf in een wereld van schijn en zijn. Van Daele contrasteert knap Enzekonts ervaringen met de kwajongensstreken van Enzekonts klasgenoten.