Breder Weltman woont alleen op een groot landgoed in Limburg. Zijn voorouders waren eigenaar van de kolenmijn in het dorp en de familie heeft aan de exploitatie daarvan een enorm vermogen overgehouden. Breder is de laatste van de familie die nog in het dorp woont en heeft zich teruggetrokken uit de hectische moderne wereld, omdat anderen toch alleen maar uit zijn op zijn geld. Hij is één keer schandalig opgelicht, dat zal hem geen tweede keer overkomen.
Op een mooie ochtend in de vroege zomer spat zijn geordende leven uit elkaar. Van het ene moment op het andere wordt hij afhankelijk van anderen en moet hij zijn veilige plek op de heuvel verlaten. Als hij erachter komt wat er zich buiten zijn eigen wereldje afspeelt, heeft dat ingrijpende gevolgen.