Sofie, aanvankelijk kleuterleidster, sluit zich in ’68 in Berlijn aan bij de linkse studentenbeweging en komt in terroristisch vaarwater. Ze wordt gezocht, krijgt asiel in de DDR en leeft daar teruggetrokken onder een nieuwe naam, totdat ze door haar beschermengel, die zelfs de Stasi weet om te kopen, naar het Westen wordt teruggesmokkeld, waar ze hem vervolgens weer ontglipt.