Een zinderende, fijnzinnig gecomponeerde roman over drie jonge antropologen die in het woeste landschap van Nieuw-Guinea verwikkeld raken in een hartstochtelijke driehoeksverhouding die een bedreiging zal vormen voor hun vriendschap, hun carrière en uiteindelijk zelfs voor hun leven.
Andrew Bankson, een jonge Engelse antropoloog, doet al een paar jaar in zijn eentje veldwerk bij de Kiona, een stam die aan een rivier in het territorium Nieuw-Guinea (het tegenwoordige Papoea Nieuw-Guinea) leeft. Bankson gaat gebukt onder herinneringen aan zijn jong overleden broers en is in zijn werk steeds gefrustreerder en eenzamer geworden. Hij heeft een mislukte zelfmoordpoging achter de rug als hij bij toeval twee collega's ontmoet, Nell Stone en haar cynische, wispelturige Australische echtgenoot Fen.
Nell Stone heeft naam gemaakt met een beroemd maar controversieel boek. Ze is op zoek naar een nieuw hoogtepunt in haar carrière en naar liefde in haar kinderloos gebleven huwelijk. Nell en Fen zijn net ontkomen aan de bloeddorstige Mumbanyo en smachten ondanks Nells slechte gezondheid naar nieuwe ontdekkingen. Als Bankson even buiten het leefgebied van de Kiona een nieuwe stam voor hen opspoort, de kunstzinnige, door vrouwen gedomineerde
Tam, ontketent hij daarmee een intellectuele en romantische vuurzee
tussen het drietal die al snel niet meer te beheersen is.