Eva groeit op zonder vader. Als achtjarige maakt ze mee hoe haar moeder verliefd wordt. De Duitstalige Gerda valt uitgerekend op Vito: een politieagent van de Italiaanse staatsmacht, die hard optreedt tegen de onafhankelijheidsideeën van de Zuid-Tirolers. Jaren later reist de veertigjarige Eva dwars door Italië naar Vito in Reggio Calabria. Hij ligt op sterven en wil Eva nog één keer zien.