Een jonge onderzoeker is al een half leven gefascineerd door de verschillende historische avantgardes - van het futurisme tot het dadaïsme - omdat hij gelooft dat in die bewegingen niets minder werd onderzocht dan wat het betekent om mens te zijn, wat, kortom, het geheim van het leven is. En zoals de leiders van die bewegingen gefascineerd waren door de toenmalige techniek en die toepasten op hun experimenten, zo wil onze held de huidige techniek aanwenden om een robotbrein te ontwikkelen - iets waartoe de huidige inzichten in de artificiële intelligentie mogelijkheden geven. Dat brein moet niet gevuld worden met informatie uit het bedrijfsleven, maar met de ideeën van kunstenaars, filosofen, schrijvers - zij zijn de mensen die werkelijk inzicht kunnen geven in het raadsel van het leven. Intussen wordt de jongen verliefd op zijn halfzusje, dient hij af te rekenen met zijn ijdele vader en krijgt hij te maken met een mysterieuze hoofdpijn die hem het leven bijna onmogelijk maakt.