En als we geen dieren eten, waarom dan wel planten? In hoeverre zijn we bereid om uit respect voor andere levende wezens iets op te geven? Wat is ethisch gezien juist? Kunnen we er zelfs persoonlijk profijt van hebben wanneer we onze gewoonten veranderen?
Op een gegeven moment besloot Karen Duve zelf uit te zoeken hoe het zat: ze probeerde vier verschillende voedingspatronen die pretendeerden moreel juist te zijn, elk twee maanden uit: organisch, vegetarisch, veganistisch en uiteindelijk zelfs fruitarisch: alleen datgene wat planten ons uit vrije wil schenken. Tegelijkertijd analyseert ze de onderliggende wereldbeelden en komt ze tot onvermijdelijke woordenwisselingen met Japie Krekel.