In De Feniks, een familiekroniek, wordt de geschiedenis van de familie Asberg in kaart gebracht vanaf 1934, het jaar dat Thomas Asberg begon met een eigen onderneming, die in de decennia na de Tweede Wereldoorlog zou uitgroeien tot een groot en veelomvattend bedrijf. In recapitulatie door verschillende vertellers ontstaat aan de oppervlakte een monstercollage van achterhaalbare feiten, aanwijsbaar nagelaten sporen, interpretaties, gissingen en hiaten ingevuld door de verbeelding.