De tijd doet dat ook. We denken dat van sommige perioden niets over is. De stoomwals van de geschiedenis is er overheen gegaan. Revoluties, oorlogen. Wanneer iets van die voorbije tijd dan weer opduikt, is het als de feniks die uit zijn as verrijst. Levens van mensen kruisen elkaar, er ontstaan verwikkelingen, liefdesverhoudingen : de verrassing is groot wanneer blijkt dat een draad die honderd jaar eerder was losgelaten daarbij weer wordt opgepikt.
In deze roman speelt Caspar Visser 't Hooft met thema's die we kennen uit zijn eerdere werk : de heen-en-weer beweging tussen heden en verleden, de invloed van het sociale milieu, de tekenen die midden in de banale realiteit op verrassende 'toekomst' wijzen. Toch is deze roman een genre apart. Geografische beschrijvingen – van het hedendaagse Den Haag, van een park in het pre-revolutionaire Rusland, van een villa aan de rand van het Braziliaanse regenwoud - vormen de achtergrond van een intrigerend verhaal.