Rond 1200 schreef een verder ongekend gebleven, vermoedelijk Waalse auteur Guillaumes li Clers een Arturroman in verzen, Li Chevalier au Biel Escu alias Fergus. Tussen ongeveer 1240 en 1250 werd deze roman in het Vlaams vertaald. Hoewel de Ferguut zich goed laat lezen als een zelfstandig verhaal over de droomcarrière van een jongeman uit de Schotse Achterhoek, is het in wezen een parodie op de laatste roman van Noord-Franse auteur Chrétien de Troyes, Li contes du Graal alias Perceval. De Ferguut is de oudste Middelnederlandse Arturroman, die ook nog eens compleet bewaard is gebleven. De eerste helft is een getrouwe vertaling van het origineel, de tweede een navertelling uit het hoofd. Daarbij werden verhaalelementen veranderd, weggelaten en toegevoegd, maar de plot bleef dezelfde: de uiteindelijk succesvolle zoektocht van de jonge ridder Ferguut naar zijn geliefde Galiëne.