Hij was op weg naar..... Hij wist het niet meer. Onafgebroken pijnigde hij zijn hersenen, maar hij kon het zich niet herinneren. 'Tja , waar ben ik nu eigenlijk naar op weg?' Het was een retorische vraag waarvan hij op voorhand wist dat hij er geen antwoord op kon geven. Het was een bevestiging van een besef dat al een tijdje in hem sluimerde terwijl hij zich het moment dat hij in zijn auto stapte, probeerde te herinneren. Hij wist het niet meer en het was een verschrikkelijk gevoel.