Katja zit bij Florian op school. Ze is wat groter dan Florian, en heeft een nogal uitgesproken karakter ook. Ze vindt het vogeltje op Florians hoofd zó bijzonder dat ze mateloos verliefd wordt. Na enige aarzeling moet Florian bekennen dat hij nog niet aan verkering toe is. Toch mag dat een oprechte vriendschap niet in de weg staan.
Florian en Katja nemen - in het geheim - een Taak op zich. Samen zorgen ze voor 'oma' (mevrouw Margje Raaphorst-Boonstra). Deze oma is tamelijk in de war, en dat mag nu juist niemand weten, want dan moet ze naar een 'gesticht' waar ze haar vastbinden aan een stoel.
Doener Katja en denker Florian bundelen hun krachten. Dat is niet altijd gemakkelijk voor Florian. Hij krijgt hulp van de Grote Geleerden waarnaar straten zijn vernoemd, en van Abdul de bedoeïnenjongen. Gelukkig maar, want anders was hij misschien verdwaald in zijn eigen leven.