Maanden zijn verstreken sinds Rune ook maar iets heeft gehoord van haar moeder, de grote heks van Beieren. Maar de afwezigheid van het ene kwaad heeft alleen maar plaats gemaakt voor een ander.
Nu ze haar voorouderlijk huis, kasteel Pyrmont, heeft geërfd, leidt Rune een vredig leven en zorgt ze voor twee weeskinderen die zijn achtergebleven na de verschrikkelijke heksenjacht in het nabijgelegen dorp. Naarmate de dagen kouder worden, lonken echter de geheimen van de burcht en lijkt er ook iets duisters te zijn ontwaakt.
Rune zwerft rond waar niemand in lange tijd een voet heeft gezet. Diep in de duisternis van de burcht vindt ze een afgesloten kamer vol herinneringen aan vroeger tijden – planken vol kruiken, vreemde specimens, rottende vloeistoffen en boekrollen met spreuken. Rune voelt zich aangetrokken tot wat ze daar aantreft en begint zich te verdiepen in alle mogelijkheden van magie, in de hoop een remedie te vinden voor de duisternis die het kasteel overvalt.
Wat als de oplossing misschien in het donkere bos dat ze ooit haar thuis noemde ligt... en bij de jongen die ze dacht te kennen?