In 2004 bracht Chabot ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag zijn verzamelde gedichten uit, Greatest Hits Volume 1. Over Chabots werk schreef Gerrit Komrij: 'Mystieke gedichten, en toch die indruk van rauwe, uit het leven gegrepen verhalen. (...) Hij speelt op zijn eigen manier Orfeus en het schaduwrijk (...) Niets lijkt Chabot zo serieus te nemen als de aanwezigheid van de doden en hun recht van spreken. De dood is Iemand. (...) Effectieve, bijna ontnuchterende beeldspraak. (...) Hij ziet zich als profeet en hij ziet zich als stip. Alles zoals een dichter-mysticus betaamt.'
Ook in Fort Knox rukt de dood op, bijna lijfelijk. In de drie sleutelgedichten 'lillend zand blues' wordt de lezer meegenomen op een vakantie in Noorwegen, maar zelfs daar is er geen ontsnappen aan de wurgende houdgreep van de dood. Chabot spaart zichzelf evenmin. Zo laat het titelgedicht de versplintering van het ego zien, en in 'kliekjesdag' zijn zelfs de sporen van zijn verleden uitgewist. Chabots universum wordt draagelijk gemaakt doordat ook ditmaal zijn gevoel voor humor en zelfspot hem niet in de steek laten. Zijn poëzie valt niet in de Nederlandse poëzietraditie te plaatsen. Zijn werk moet eerder gezien worden in de traditie van singer-songwriters als Nick Cave, Johnny Cash en Morrissey.
Ook in Fort Knox rukt de dood op, bijna lijfelijk. In de drie sleutelgedichten 'lillend zand blues' wordt de lezer meegenomen op een vakantie in Noorwegen, maar zelfs daar is er geen ontsnappen aan de wurgende houdgreep van de dood. Chabot spaart zichzelf evenmin. Zo laat het titelgedicht de versplintering van het ego zien, en in 'kliekjesdag' zijn zelfs de sporen van zijn verleden uitgewist. Chabots universum wordt draagelijk gemaakt doordat ook ditmaal zijn gevoel voor humor en zelfspot hem niet in de steek laten. Zijn poëzie valt niet in de Nederlandse poëzietraditie te plaatsen. Zijn werk moet eerder gezien worden in de traditie van singer-songwriters als Nick Cave, Johnny Cash en Morrissey.