Wie was er eigenlijk niet fout in de Koude Oorlog? Dwepen met linkse dictators, met Stalin, Mao en Fidel Castro - ja, dat was natuurlijk ongelooflijk fout. Maar de Amerikanen aanmoedigen in Vietnam en rechtse dictaturen als die van Franco en Salazar verdedigen - was dat niet net zo fout? Ook de vredesbeweging met al haar goede bedoelingen - die speelde alleen maar Moskou in de kaart. De Koude Oorlog, het allesoverheersende conflict tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie (1945-1989), plaatste alle Nederlanders voor existentiële dilemma's. Vrijwel niemand ontsnapte aan bedenkelijke keuzes. Zeker de tegenpolen Joris Ivens en Joseph Luns niet. Zij waren zo fout als maar kon. Ivens in de ogen van rechts, Luns in die van links. De cineast en de staatsman. Verstokt communistisch partijganger tegenover aartsconservatief minister en NAVO-chef. In Fout in de Koude Oorlog vormen hun tegengestelde keuzes de leidraad. Beiden van internationale allure, in direct contact met de groten der aarde, in Oost en in West. Totaal verschillend in ideologie, karakter, levensstijl en in publieke waardering. Toen het communisme eind jaren tachtig ineenstortte, werd 'paria' Ivens curieus genoeg in de armen gesloten en superpatriot Luns juist van zijn voetstuk gestoten.
Martin Bossenbroek verweeft deze twee bijzondere levenslijnen met een indringende en verhelderende analyse van het hele panorama aan foute keuzes die de Koude Oorlog aan Nederland opdrong. Van de Derde Weg tot atoomspionage, van het Oud-Strijders Legioen tot de Rode Jeugd, van het militair-industrieel complex tot de vredesdemonstraties.