Eenderde van alle leden van de NSB was vrouw. Toch is er nauwelijks onderzoek gedaan naar hun beweegredenen en hun verhaal. In ‘Foute vrouwen’ onderzoekt Paul van de Water de soorten collaboratie waaraan Nederlandse en Vlaamse vrouwen zich tijdens de Tweede Wereldoorlog schuldig maakten. Soms betrof het eenvoudige kantoorbanen bij vaak verschrikkelijke organisaties, soms ging het om actieve Jodenjaagsters. Opvallende geschiedenissen die Paul van de Water in ‘Foute vrouwen’ beschrijft zijn die van de Amsterdamse Ans van Dijk, de Vlaamse Irma Laplasse en jeugdboekenschrijfster Tonny Vos-Dahmen von Buchholz.