Kijk eens naar de foto op de voorkant van dit boek. Dat is de aarde, gefotografeerd tussen de ringen van planeet Saturnus, op bijna anderhalf miljard kilometer van hier. Het is een beeld dat je direct laat voelen hoe onze planeet als bescheiden stipje door een onmetelijk groot heelal dobbert.
Wat zich afspeelt in dat heelal is zó ver verwijderd van ons aardse leven – werken, boodschappen doen, voor de kinderen zorgen – dat je er heerlijk bij weg kunt dromen. Of het nu gaat over onze beroemd geworden eerste stappen op de maan, ruim vijftig jaar geleden, of over de verre, verre toekomst, wanneer het universum tot een definitief einde komt: bekijk onze levens vanuit dat kosmisch perspectief en alles wordt relatief. Het maakt van het heelal het ideale tegengif voor het heftige nu.
Dit boek voert je mee op ontdekkingstocht in het universum en schotelt je de meest recente wetenschappelijke inzichten voor, over alles van exotische nieuwe werelden tot reusachtige zwarte gaten. Het laat daarmee – tussen de regels door – zien dat we allemaal één zijn op deze nietige planeet, onze onderlinge verschillen zodanig klein dat je ze nog nauwelijks kunt waarnemen.