Op een dag in 1973 roept Karin, lerares op een Vrije School, de vijftienjarige Thijs bij zich. ‘Ik heb gezien hoe je in de lessen naar me zit te kijken. Het is duidelijk dat je verliefd op me bent.’ Ze biedt aan hem bijles te geven. Zo was het begonnen.
Vijfenveertig jaar later besluit Thijs zijn eerste liefde op te zoeken. ‘Ik denk niet dat ik misbruik van jou heb gemaakt,’ zegt zij. ‘En jij niet van mij.’
Een verhaal over een jeugdliefde die ruw eindigde. En over de onbetrouwbaarheid van het geheugen.