In Praag ontmoet ze Erwin, een jonge uitvinder, waarmee ze een relatie begint. Tot zijn ergernis weigert Fransziska haar muzikale carrière voor hem op te geven. Haar ambitie om als pianiste te slagen is te groot. Ondertussen blijft Erwin afspraakjes maken met zijn vermeende ex-geliefde Hedy. Als beide vrouwen jaren later een kamer huren in hetzelfde hotel, slaat het noodlot toe.
Met veel inlevingsvermogen en gevoel voor drama schetst Weiss niet alleen het portret van een jonge vrouw die heen en weer geslingerd wordt tussen liefde en ambitie, maar beschrijft hij ook op geraffineerde wijze een veelheid aan menselijke relaties.
Ernst Weiss (1882-1940) werd geboren in Brünn en studeerde medicijnen in Praag en Wenen. Hij was bevriend met Franz Kafka en een leerling van Sigmund Freud. Hij koos voor een leven als schrijver in Berlijn, waar hij in de kringen van Thomas Mann, Joseph Roth en Stefan Zweig verkeerde. Een dag na de brand in de Rijksdag verliet hij Berlijn om in ballingschap te leven in Parijs. Daar schreef hij JARMILA. Een dag nadat de Duitse troepen Parijs binnenmarcheerden, pleegde hij zelfmoord. Zijn nalatenschap werd vermoedelijk in beslag genomen door de Gestapo. Weiss is een van de belangrijkste Duitstalige auteurs van de eerste helft van de twintigste eeuw. Hij schreef vele essays, novellen en zestien romans.