Een oude en goede vriend van Thijs is Joost, algemeen directeur van de dierentuin. De aanwezigheid van Freek zet hun vriendschap dusdanig onder druk, dat Joost overweegt om ‘die jongen’ te ontslaan, zodra niet alles vlekkeloos verloopt. Juist nu het houden van dieren in gevangenschap een heftige maatschappelijke discussie oproept en hij de aansluiting bij zijn vrouw en dochter dreigt te verliezen, heeft Joost het vertrouwen van Thijs hard nodig. Maar de onderlinge verhoudingen lijken niet meer vanzelfsprekendheid te zijn.
Dan is er Marie, de moeder van Freek, die - vanuit schuldgevoel vanwege zijn beperking - vastloopt in haar hang naar perfectie. Ze staat voor de opgave haar zoon meer vrijheid te durven geven en zichzelf speelruimte, met de hoop op een nieuwe geliefde in haar leven.
En Freek? Hij geeft het beste van zichzelf en ontfermt zich over Uma, de mierenkoningin, tot na haar laatste uur.