In de loop van een kwarteeuw heeft Raster zich keer op keer bewezen als een veelzijdig tijdschrift-in-boekvorm, waarin niet alleen een scala aan thema's en onderwerpen aan de orde werd gesteld, maar ook diverse auteurs debuteerden, buitenlandse schrijvers werden voorgesteld en de lezer inzage kreeg in wat je een werkplaats van de literatuur mag noemen, waartoe bijvoorbeeld uitstapje behoorden naar minder bekende genres als het prozagedicht, de groteske, het lange gedicht en de pilroman, de notitie of het mini-essay. Herhaaldelijk nodigde de redactie een keur van Nederlandse schrijvers uit tot het schrijven van nieuw werk. Belangrijke schrijvers als Lars Gustafson, Per Olov Sundman, Giorgio Manganelli, Varlam Sjalamov, Italo Calvino, Danilo Kis en Stefan Themerson werden geïntroduceerd met vertalingen en inleidingen, soms werd aan een auteur zelfs een heel nummer gewijd. Dossiers werden samengesteld over de vertelde stad, het machinelezen, utopie, jeugdliteratuur, de bijbel als literatuur, imaginaire reizen, kitsch, eten, tekenen, enzovoort. Spraakmakend waren de nummers over Gestoorde Teksten, over Sem Dresden en de kampliteratuur, het Vergeetwoordenboek, het tweeluik Bestiarium en de twee nummers over Meneer & Co. In negen hoofdstukken heeft de huidige redactie van Raster ter gelegenheid van het 100ste nummer een keuze gemaakt uit 20.000 pagina's. Ook deze keuze is thematisch, elk hoofdstuk rond een sleutelbegrip gegroepeerd, zodat aan de samenstelling is af te lezen hoe het blad al die jaren gemaakt is. Dit boek, met een voorwoord van Kees Fens, laat de nieuwsgierige lezer zien wat er binnen en buiten de grenzen van de Nederlandse literatuur te beleven valt. Behalve een portret van vijfentwintig jaar werken aan Raster, is in dit boek nog veel nieuws te ontdekken, in proza, poëzie en essays.