Op een feestje ter ere van het verschijnen van Finse dagen merkt geen van de aanwezigen dat Herman Koch van de pijn steeds gaat verzitten en voortdurend naar de wc moet. Terug aan tafel blijft hij glimlachen en voert hij geanimeerd gesprekken. De dag ervoor is, na de biopsie, nog een fotograaf bij hem thuis geweest. Zodra het bewuste artikel met de foto is gepubliceerd, gooit hij het weg. Het is aan zijn gezicht af te lezen, vindt Herman. Alleen zijn vrouw en zijn 25-jarige zoon zijn dan op de hoogte. Een paar weken later bespreekt dokter Francken in het OLVG de uitslag van de laatste scan. Het is 3 februari 2020. 'Ik kan het helaas niet mooier maken dan het is,' begint hij het slechtnieuwsgesprek. 'Het zit overal.'
In Ga je erover schrijven? beschrijft Herman Koch hoe hij omgaat met zijn diagnose en blikt hij terug op ijkmomenten in zijn leven. Het is daarmee géén boek over 'zijn strijd tegen kanker', want hij besluit eigenlijk meteen al dat hij de kanker een zo beperkt mogelijke rol in zijn leven wil laten spelen. 'Ja, ik zou doorleven, daar had de kanker vast niet op gerekend. Ik zou mijn eigen tegelwijsheid, "Nietsdoen is de kortste weg naar geluk", in de praktijk brengen. Ik zou niets doen.'