Er zijn een paar dingen die de veertienjarige Olivia zeker weet: ze heeft geen familie, geen stem en één groot geheim. Als ze kon praten, zou ze het vooral willen hebben over de ouders die ze nooit heeft gehad, en hoe ‘anders’ ze zich voelt dan de andere meisjes in het weeshuis. Maar zelfs mét een stem zou Olivia zwijgen over de schimmen en wezens die alleen zij kan zien. Het enige wat haar leven draaglijk maakt, is het dagboek van haar verdwenen moeder, Grace. Ze brengt haar dagen door met het ontcijferen van haar moeders laatste boodschap, maar het lijken wel de woorden van een vrouw die haar grip op de werkelijkheid aan het verliezen is. De laatste zin luidt: ‘Alles komt goed, Olivia, zolang je maar wegblijft van Gallant.’
Dan ontvangt het weeshuis een brief van Olivia’s oom, die haar uitnodigt om zich te herenigen met de rest van haar familie op zijn immense landgoed. Het enige probleem? Het is precies de plek waar haar moeder haar tegen wilde beschermen: Gallant. Maar wat kan er nou zo erg zijn aan een huis? Natuurlijk zal Olivia gaan, vastbesloten om meer over haar verloren familie en haar moeder te weten te komen. Maar elke familie heeft een duistere kant; zo ook de bewoners van Gallant.