In 1996 verscheen onder de titel Bandeloze gedichten een bloemlezing uit het werk dat in de ruim twintig jaar daarvoor was ontstaan. Die bloemlezing is al een poos niet meer verkrijgbaar en in de jaren die verstreken verschenen diverse nieuwe bundels: Vuile manieren, Dieven en geliefden, Lagerwal en Allemansgek. Uit deze vier bundels is voor deze bloemlezing royaal gekozen. Wat zuiniger werd geput uit de prozagedichtenbundel Psilo. Uitgangspunt voor Garderobe vormde evenwel Bandeloze gedichten, waarvan een strenge selectie voor deze bloemlezing bewaard bleef.
In Wijvenheide vindt Vlaanderens sierlijkste dichter zichzelf opnieuw uit. Zijn thematiek mag dan bekend zijn, de uitwerking is wederom volstrekt origineel. Steeds weer komt de mens die in al zijn lamentabele vleselijkheid bedreigd wordt door een almaar wreedaardiger wereld centraal te staan in Gruwez poëzie, die gedrenkt is in een idioom dat uitbundig maar ook ondergangszwanger geurt naar gordijnen van purperfluweel.