In 2010 zal het net één eeuw geleden zijn dat in ons land ook het eerste slachtoffer viel. Daniël Kinet, gedreven door zijn passie voor het vliegen, stortte in 1910 te pletter. Hij was de tiende dode in de geschiedenis van de luchtvaart.
Zes luchtvaartauteurs, allen lid van de vzw Belgian Aviation History Association, werkten samen aan een historische studie van al diegenen die ten dienste van de Belgische luchtvaart het leven lieten - zowel burgers als militairen.
Het boek begint met die enkele pioniers die voor de Eerste Wereldoorlog omkwamen. Tijdens de vier jaar strijd sneuvelden tientallen verdienstelijke vliegeniers. Tijdens het Interbellum bleef vliegen een gevaarlijk beroep. De Tweede Wereldoorlog vormt het leeuwendeel van deze studie. Tijdens de meidagen van 1940 verweerden onze piloten en waarnemers zich tegen een veel te sterke vijand, maar honderden jongemannen zouden de strijd verder zetten in de rangen van de Royal Air Force. Zij vochten niet alleen tegen de Luftwaffe, maar ook tegen het Japanse Keizerrijk. Velen gaven er hun hoogste goed, en wel boven vier continenten. Zij die overleefden bouwden de Belgische Luchtmacht op. Zo is het verbijsterend om zien hoeveel moeite het kostte om in de jaren ’50 het prille straalvliegtuig te bedwingen.
Het omgekomen boordpersoneel van wat ooit de nationale luchtvaartmaatschappijen waren, vult de lange lijst van militairen aan.
De voorbije decennia werd echter intensief gewerkt aan vliegveiligheid. De inspanningen en offers van de vorige generaties loonden, en vandaag is een carrière in de luchtvaart bovenal de verwezenlijking van een prachtig verlangen.
De auteurs hebben geopteerd om deze studie chronologisch én in een weldoordachte structuur samen te stellen. Hierdoor krijgt de lezer een coherenter overzicht van wat er de voorbije eeuw allemaal aan drama’s gebeurde. Zo wordt duidelijk welke gevaren de opleiding inhield, hoeveel er sneuvelden onder vijandelijk vuur, hoeveel er verongelukten in “bevolen dienst”. Het boek telt een kleine duizend biografieën, vrijwel steeds voorzien van één of meerdere foto’s. Een index achteraan, op familienaam en locatie, maakt van dit boek ook een handig naslagwerk, misschien om zo even te kunnen mijmeren bij de herinnering aan een triest incident, of aan een gestorven collega, vriend of familielid. De auteurs hopen op die manier dat dit boek ook zijn waarde heeft in de historiografie van de rijke Belgische luchtvaartgeschiedenis. Maar bovenal is “Gebroken Vleugels” een eerbetoon aan de mensen die omkwamen tijdens het realiseren van de grootse droom van de mens.
Gebroken Vleugels van de Belgische Luchtvaart geniet de steun van de v.z.w. Belgian Aviation History Association, alsook van de v.z.w. de Vieilles Tiges van België, waarvan de voorzitter en voormalig Stafchef van de Luchtmacht generaal-vlieger Michel Mandl het boek inleidt.