Iedere dinsdagochtend leest R. Ferdinandusse, sinds 1969 hoofdredacteur van Vrij Nederland, extra lang de kranten. Hij zit op de zetterij achter zijn tekstverwerker. Om hem heen legt de redactie de laatste hand aan de VN van die week. Ferdinandusse kruist aan, maakt notities, checkt of zijn computer werkt. Dan gebeurt het. Hij steekt een sigaar op, werpt wat feiten in een fijnmazig netje, schudt er een beetje aan, gooit er een paar omhoog en kijkt met bijna geloken ogen (van de rook) hoe ze neervallen.
Dan, onverhoeds, slaat hij toe. In één, twee, hoogstens drie zinnen legt hij knoopjes, strikt hij lussen, hecht hij af. Het is méér dan goochelen of toveren, het is illusionisme. Van de allermoeilijkste soort: het publiek kijkt de uitvoerder op de handen en de performer heeft korte mouwen waarin niets te verstoppen valt. Het resultaat zijn de Gedachten op dinsdagochtend, glashelder, van een onontkoombare logica, met vaak een onverwacht aansluipende pointe.