Op Walpurgisnacht valt Charlie van een balkon op de elfde verdieping aan de Jakobsbergsgatan. Alles wijst op zelfmoord: drugs, ziekte en depressie. De politie sluit al snel het onderzoek af. Eerder die nacht ziet Riddarn, een dakloze muzikant, Charlie uit een nachtclub komen in het gezelschap van een man. Wanneer hij later probeert te vertellen over het incident, heeft de politie weinig interesse in de verklaring van de oude zuiplap. Hellen heeft de buitenwijken verlaten, haar achtergrond uitgewist en alle contact verbroken met haar familie: een drinkende vader, een moeder die hen heeft verlaten en een onhandelbare zus. Maar na Charlies begrafenis beginnen de vragen aan haar te knagen. Wie was haar zus? Heeft ze echt zelfmoord gepleegd? En wat had zij vier weken voor haar dood te zoeken in Zuid-Amerika? Heeft het iets te maken met hun moeder die in de jaren zeventig verliefd werd op een Argentijnse vluchteling, en vervolgens verdween? Hellen wordt gedreven door een groeiende behoefte te ontdekken wat er met haar zus is gebeurd, en een verlangen om het geheim van haar familie te ontrafelen. Maar de duistere organisatie van de Argentijnse militaire dictatuur is nog steeds gevaarlijk voor wie te veel vragen stelt.