In een mijnwerkerskampement in de bergen van Peru leven korporaal Lituma en zijn adjudant Tomás in een barbaarse en vijandige omgeving, onder de voortdurende dreiging van de maoïstische guerrillastrijders van Sendero Luminoso, ofwel Lichten Pad. Ze worden geconfronteerd met duistere mysteries, zoals onverklaarbare verdwijningen. Voor korporaal Lituma is het een obsessie deze verdwijningen op te lossen. Zijn de terroristen er verantwoordelijk voor, of zijn de 'geesten van de Andes' hun slachtoffers hoogst persoonlijk komen halen? Of is er wellicht nog iets veel ingewikkelders en gruwelijkers aan de hand?