Dit boek vertelt het verhaal van de Europese slavernijgeschiedenis vanuit een Zuid-Hollands perspectief. Van de zestiende tot de negentiende eeuw speelde de koloniale wereld een steeds belangrijkere rol in de economie van Holland. De provincie werd een draaischijf voor Europese goederen, kapitaal, arbeid en kennis. Vooraanstaande Zuid-Hollandse regenten als Johan de Witt spanden zich in voor de slavenhandel. In de negentiende eeuw zorgde raciaal denken bij Zuid-Hollandse politici zoals Jan Willem Gefken of James Loudon voor het in stand van de koloniale hiërarchie en het uitbuiten van koloniale onderdanen.