Aan het woord in De Gele Rivier is bevroren is een jongetje dat gefascineerd raakt door een tante die non is en voor de missie in China werkt. Het jongetje moet zijn nieuwsgierigheid naar dat ijle wezen in habijt bevredigen met de afstandelijke brieven die zij over haar avontuurlijke en gevaarlijke leven in China aan haar familie in België schrijft, en met wat anderen over haar en tegen haar zeggen tijdens het kort verlof dat ze bij de familie doorbrengt. Hierdoor ontstaat voor de lezer een geestig en ontroerend beeld van het milieu waarin het jongetje opgroeit. Maar tevens een beeld dat als een mal past om de raadselachtige leegte die de tante voor hem is.