In Geloof keert Bernard Samson terug van Californië naar het Berlijn van voor de val van de Muur. Het is 1987 en binnen een paar uur nadat hij voet op Oostduitse bodem heeft gezet, raakt hij al betrokken bij een grimmig vuurgevecht met Stasi-agenten. Ook thuis heeft Samson zo zijn problemen. Zijn vrouw Fiona is terug, maar zij kan moeilijk verkroppen dat Bernard in de periode dat zij weg was, een verhouding met een jongere vrouw heeft gehad. 'Ze zal alles op alles zetten om je terug te krijgen', zegt Fiona. Maar Bernard heeft wel wat anders aan zijn hoofd. Zijn beste vriend Werner Volkmann is verbannen en volledig uit de gratie, zijn arrogante schoonvader heeft zich de kinderen toegeëigend. Dicky, zijn baas, is nog steeds uit op promotie en Bernard vermoedt dat zijn eigen baan op het spel staat. De politieke situatie trekt zich van Samsons problemen echter weinig aan. Gevangen tussen twee vrouwen realiseert hij zich dat hij niets en niemand kan vertrouwen en alleen kan bouwen op zijn eigen geloof.