Adriaan is een dromerige jongen uit Schagen. Als thuis het noodlot toeslaat moet hij op jonge leeftijd van school om de kost te verdienen voor het gezin. Adriaan gaat in de leer bij fietsenmaker Tol en werkt enige jaren als knecht voor de strenggelovige bakker Berk. Wanneer de oorlog zich aandient, moet hij zich melden voor de Arbeitseinsatz in Duitsland en komt hij na een vlucht uit de trein in het slaperige dorpje Alfeld terecht. Als bakkersknecht bezorgt hij aan de overkant van de rivier brood in een kamp waar Russische dwangarbeiders werken. Terwijl de berichten uit Nederland steeds somberder worden, leidt Adriaan voor het eerst in zijn leven een haast zorgeloos bestaan. Totdat hij in het kamp een vrouw ontmoet die alles verandert. Na de oorlog keren ze samen terug naar Nederland, niet wetend dat daar Adriaans grootste gevecht wacht. ‘Genadebrood’ is het waargebeurde verhaal van een jongen die volwassen wordt in oorlogstijd en de wereld ondanks alles met compassie tegemoet treedt.
Een prettig geschreven boek dat echter weinig met de realiteit in Nazi-Duitsland te maken heeft. Het gemak waarmee Adriaan zich in Duitsland weet te handhaven is nogal ongeloofwaardig. Hij onttrekt zich aan de "Arbeitseinsatz" maar werkt daarna mee met de bezetter in het dorpje Alfeld. Een muzikant die alleen wat deuntjes op een mondharmonica speelt. De Nederlandse vrienden die hij in dat dorp ontmoet. Het vreemde Russische krijgsgevangenkamp waar hij toegang toe krijgt en romantisch kan gaan wandelen met een vrouw genaamd Jevgenia. Na de oorlog weer een leven opgebouwd in Nederland waar niets bijzonders mee aan de hand is. Adriaan is een toonbeeld van opportunisme die op gemakkelijke wijze de oorlog door komt. Te gemakkelijk om waar te kunnen zijn. Het boek is geen waargebeurd verhaal zoals op de flaptekst vermeld staat. De schrijfstijl van het boek is prettig en maakt het goed leesbaar.