Els de Vries woont de crematieplechtigheid bij van haar overbuurvrouw Delphine; een fascinerende vrouw over wie behoorlijk werd geroddeld. In de aula ziet ze een aantrekkelijke man, zó aantrekkelijk dat hij haar hele lijf in vuur en vlam zet. En dat gebeurt háár, een kalme nuchtere vrouw voor wie seks altijd 'ach-als-het-moet' was geweest. Ze móet weten wie hij is, ze móet contact met hem krijgen. Maar hoe? En waarom? Dat is toch niets voor haar? Ze is nota bene al in de zestig, sinds 6 jaar weduwe, al haat ze dat woord... Zo'n verlangen is toch te gênant voor woorden...