Een jongeman uit een welgestelde Duitse familie, Johann Dieterich Horst, zoekt in 1827 zijn geluk in Suriname. In de loop der jaren klimt hij op van 'blankofficier', directeur tot administrateur op diverse plantages. Als hij zeker weet dat hij in Suriname wil blijven, koopt hij zelf plantages. In een maatschappij waar slavernij een gegeven is zou hij de slaven het liefst willen behandelen zoals hij vroeger thuis op het landgoed van zijn vader geleerd heeft met het personeel om te gaan. Hij is begaan met de slaven, en vanaf het begin voelt hij zich vooral betrokken bij het lot van Candasie en haar kinderen, al is hij niet altijd in staat de slavin te beschermen.
Horst leeft in twee werelden. De sympathie en vriendschap die hij voor Candasie voelt, mondt op een avond uit in meer. Dezelfde avond slaat het wantrouwen echter bij hem toe en dat verdrijft de liefde waar hij even daarvoor nog zo zeker van was. Afrika, een slavin, is weggelopen en Candasie zou haar geholpen hebben. Horst weigert die beschuldigingen te geloven totdat hij het haar rechtstreeks vraagt en hij in haar ogen een bekentenis meent te zien. Pas een jaar later hoort hij dat zijn zoon in slavernij is geboren en hij koopt het kind vrij zodra hij kan.
Gentleman in slavernij is een meeslepende geschiedenis over het koloniale Suriname in de 19de eeuw, een tijd van grote veranderingen in de verhoudingen tussen de bevolkingsgroepen. Meeslepend omdat de roman vertelt over hoe het dagelijks leven op en om de plantages werkelijk was. Janny de Heer ontraadselt daarbij knap de familiegeheimen die rond Johann Dieterich Horst zijn ontstaan tot aan zijn dood op 72-jarige leeftijd op een wel heel dramatisch moment.