‘Als we iemands portret schilderen, dan doden wij hem met elke blik een beetje, zoals de biologen de kleine dieren doden die ze prepareren, en als wij hem in zijn geheel vermoord hebben – dan komt hij tot leven in ons schilderij. Daarover gaat het ambacht van portretschilderen. En daarom kunnen beginners en slechte schilders geen portretten maken, omdat ze niet weten hoe ze hun onderwerp moeten losmaken, isoleren, ‘prepareren’. Slechte portretten herken je aan de verkramping van de figuur, verward en nog vastgehouden door de omgeving, omdat de schilder niet durfde of niet wist hoe hij de moeilijke taak moest volbrengen zijn onderwerp te isoleren en te bevrijden, te ‘doden’ en zo ‘onsterfelijk te maken’…’ ‘Ik ben altijd een beetje wantrouwig als ik mensen hoor zeggen: er zijn duizend manieren van schilderen. Waar komt dat getal duizend vandaan? En waarom duizend? Als er al meer dan één manier is, dan zijn er zeker meer dan duizend. Dan is er geen limiet. En wat hebben duizend manieren voor zin, als we allemaal weten dat er maar één manier voor elk van ons geschikt is. Hieruit volgt dat voor elke schilder er maar één manier is. Diegenen, voor wie er duizend manieren zijn, schilderen niet.’ Ivo Andri? in GESPREK MET GOYA, pp. 22-23. GESPREK MET GOYA werd uitgebracht naar aanleiding van de tekeningenserie TAUROMAQUIA NAAR GOYA (2012-2014) door Semna van Ooy, www.semnavanooy.nl en heruitgegeven bij de expositie Spaanse Meesters in Hermitage Amsterdam in 2015-2016. A.A. Hoogteiling,, uitgever, Amsterdam www.aahoogteiling.eu ISBN 978-90-820059-3-6