Slechts enkele zeer intieme vrienden hebben het voorrecht genoten iets van de echte persoonlijkheid te mogen leren kennen achter de hoffelijkartistieke façade van James Joyce. Arthur Power verliet, evenals Joyce, op jeugdige leeftijd zijn geboorteland Ierland en maakte een verdienstelijke carrière als journalist, kunstcriticus, en schilder. Hij slaagde er in de dertiger jaren in tot de intieme wereld van Joyce door te dringen en hem aan de praat te krijgen.
Het boek werpt hierdoor wel enkele traditionele oordelen over Joyce omver. Hij blijkt helemaal niet zo'n groot lezer te zijn, veel eerder een jager op curiosa die hem materiaal moesten leveren voor de fascinerende intellectuele uitspinsels en essayistische zijsprongen in zijn boeken.
Power beschrijft Joyce als een opstandige Ierse Fenian, die dag in dag uit in een duistere kamer arbeidt 'als een literaire samenzweerder die vastbesloten is dominerende en gerespecteerde culturele structuren omver te werpen.' Een kleurrijk, verhelderend literair curiosum.