De nieuwe verhalen van Willem van Toorn gaan allemaal over mensen die onderweg zijn. Bevrijd van hun dagelijkse beslommeringen kijken ze met een grotere ontvankelijkheid naar hun omgeving. Of het verhaal nu plaatsvindt op Station Haarlem, in een villa op Kreta, aan de Adriatische kust in Italië of in de belegerde stad Sarajevo, steeds speelt het niet-thuis zijn een cruciale rol. Soms levert dat ongemak op, of een vermakelijk onbegrip, andere keren haalt de verre afstand iets moois dichterbij - zoals voor de man die in Zuid-Frankrijk een woonkeuken binnen stapt, de geur van appels ruikt en zich op slag zijn kindertijd herinnert.